Zes uur 's middags en we hangen weer in onze ranzige hotelkamer. Vanmorgen wilden we uitslapen, maar dankzij de vroege vuilismannen, werd ons dat genoegen ontnomen. Om vijf uur stopt er in de straat namelijk een vrachtwagen, waarvan het lijkt of de chauffeur vervolgens plankgas geeft, maar vergeet te schakelen en geen meter vooruit komt. Welke idioot doet nu zoiets op dit onchristelijke tijdstip? Het is duidelijk, aan christelijke tijdstippen doen ze zo wie zo niks in dit islamitische land en aan de geluiden te horen (persoonlijke ervaring bij de AVR), wordt er vuilnis geplet. Ik vraag me na een minuut af hoe lang dat allemaal nog gaat duren, aangezien ik toch best wel lekker sliep. Na voor mijn gevoel een kwartier stopt het brullen en weet de chauffeur eindelijk de juiste versnelling te vinden en vertrekt. Gelukkig is het voor de rest nog stil, dus slapen we wat door.
Om negen uur heb ik het wel gehad en ga ik uit bed. Misschien eerst maar weer eens douchen. De kamers hebben voor dat enorme bedrag natuurlijk geen eigen badkamer, dus ga ik op zoek naar de gedeelde douche. Gisteravond hadden we al gezien dat de toiletten en douches er best schoon en netjes uitzagen, dus er valt nog wel wat positiefs over dit hotel te vertellen. Op de gang van de kamer zijn twee douches gebouwd, maar het dak daarvan is zo laag, dat ik er nooit rechtop inpas. Logisch ook, want wie houdt er als Aziaat nou rekening met een twee meter lange Europaan? Misschien is er beneden wat te vinden en ik vertrek naar de binnenplaats. Bij de toiletten is niks te vinden, misschien op de andere binnenplaats. Daar komt net een dametje een deur uit gelopen en ik zie nog een douchehok met een douchekop op een dusdanige hoogte, dat ik er zelfs rechtop onder kan. Er zitten daar zelfs twee kranen in de muur, dus.... zou het?? Ik draai de kraan een slag open en.. WARM WATER!!! VEEL ECHT WARM WATER!!! Wat een luxe. Een grote, schone hoge douche met warm water. Daar ga ik natuurlijk meteen maar eens even gebruik van maken.
Snel naar boven waar ik Pam het verheugende nieuws vertel. Net zo snel met douchespullen en shampoo weer naar beneden, want ik heb geen zin om nog eens op een ander te gaan zitten wachten. Heerlijk!! Je kan het je in Nederland niet voorstellen, hoe lekker het is om onder een lekkere warme douche met echt veel water te stappen. Nou, ik kan je vertellen, het is een genot. Voor mijn gevoel sta ik er best lang onder, maar Pam is verbaasd dat ik al weer zo snel terug ben. Maakt niet uit, ik ben weer eens lekker schoon. Pam vertrekt natuurlijk ook om hier eens van te genieten, maar als ze na een half uur nog niet terug is, besluit ik om toch maar eens te gaan kijken. Op dat moment komt ze de trap op. Wat blijkt, heeft ze bijna een half uur moeten wachten op een of andere $#%&^-japanse. En als Pam na 20 minuten niet had geroepen, had die muts er nu nog onder gestaan. Wat een asociaal gedrag, helemaal als je je beseft dat het gedeelde douches zijn en er natuurlijk nog andere mensen gebruik van willen maken. Ok, een voordeel, de douche was ondertussen goed schoon.
Ondanks dat we eigenlijk hadden besloten om vandaag al weer te vertrekken, vind ik eigenlijk dat we toch een dagje moeten blijven. Zoals Pam al zei, we komen niet alleen voor de mooie toeristische plekjes. Eerst moeten we ook maar eens geld zien te krijgen, want gisteren hebben we onze laatste Baths omgeruild voor Ringits, maar ver komen we niet met welgeteld € 9,50. We konden nog net het hotel en ons avondeten betalen, maar daar hield het wel mee op. Zo dichtbezaaid als Thailand is met ATM's (pinautomaten voor de leken), zo dungezaaid zijn ze hier. Uiteindelijk weten we er wel een te vinden en halen dan ook meteen maar wat extra geld. Daarna op zoek naar een ontbijtje, we belanden bij een Indiaas restaurant voor koffie. Na een tijdje krijg ik honger en besluit ik toch maar iets van het buffet te kiezen. Het wordt een soort nasi met gefrituurde inktvis en saus. Erg smakelijk, maar zo goed als ik de afgelopen week tegen het eten kon, later bleken mijn darmen niet helemaal hiertegen bestand. Gelukkig was op dat moment een toilet dichtbij... en is het daar ook bij gebleven.
We besluiten om richting Air Hitam te vertrekken, waar de Kek Lok Si tempel boven op de berg staat. De bus richting de tempel vertrekt vanaf Komplex Komtar, ooit een modern winkelcentrum, maar nu is het maar een trieste bedoening. Eigenlijk is het niet veel anders als de rest van het oude gedeelte van deze stad, zoals we tijdens onze zoektocht naar een pin-automaat al hadden geconstateerd. Blijkbaar staat behoud en onderhoud niet hoog op het prioriteitenlijstje van de overheid en bewoners. Wat ooit een mooie koloniale stad moet zijn geweest, nu zie je rondom de verkrotting steeds verder inzetten. Waarschijnlijk worden panden gebruikt tot ze echt niet meer veilig zijn om in te wonen of te werken en worden ze verlaten en uiteindelijk gesloopt, maar daar gaan dan nog vele jaren overheen. Als deze stad gerestaureerd zou worden - voor renovatie is het al veel te laat - is een plaatsje op Unesco's werelderfgoedlijst een fluitje van een cent. Maar dat gaat dan wel miljoenen kosten, aangezien ze eigenlijk veel al te laat zijn. Nadat we het winkelcentrum - waar alleen onderin nog een paar winkels verwoede pogingen doen nog om te bestaan - hebben doorkruist, vinden we uiteindelijk het busstation. Gelukkig zijn de mensen erg behulpzaam en hebben we al snel de goede bus.
De bus voert ons door de buitenwijken en de conducteur vertelt ons waar we er uit moeten. Na een bezoek aan een bakker voor de lunch, komen we al snel bij de trappen die naar de tempel leiden. Aan beide zijden zijn souvenierstalletjes gebouwd en ook boven de trap hangt het helemaal vol. Ik loop voor de verandering niet met mijn hoofd in de wolken, maar door mijn lengte door honderden t-shirts, tenzij ik de hele weg gebukt loop. Ik ben blij dat het nog rustig is, anders zou het hier een gedrang van jewelste zijn geweest. Ineens lopen we tegen een dik hekwerk aan. Het blijkt een een vijver met honderden schildpadden in allerlei formaten te zijn, die allemaal vechten voor een plekje niet in het water. Na wat foto's komen we in het 1e gedeelte van het tempelcomplex. Hier flankeren bedelaars het pad, die allemaal apathisch met een bakje schudden met een paar losse ringits erin. Verder omhoog nog en je komt in het uiteindelijke tempelcomplex. Tenminste, niet nadat je op elke verdieping door een enorme souvenierwinkel wordt geleid. Bizar om te zien hoe commercie en religie hier hand in hand gaan. Er valt nog begrip voor op te brengen, als je weet dat alle opbrengsten ten goede komen aan het complex, waar dan ook druk wordt gebouwd. Voor acht hele ringits mogen we met de lift naar het hoogste nivo, waar we worden getracteerd op een geweldig uitzicht over Georgetown.
Veel meer dan een grote bronzen boedha, een paar andere angstaanjagende boedhistische beelden, een grote tempel, een mooie visvijver met khoi en een enorm plein zijn hierboven niet. En het grote plein blijkt ook niet meer te zijn dan een parkeerplaats, wat duidelijk wordt als er steeds meer auto's boven komen. Ook dit is natuurlijk niet gratis, als een parkeerwachter verwoede pogingen doet alsnog het geld van de al aanwezige auto's te incasseren. Later is hij slimmer en gaat hij bij de ingang zitten, waar ik nog een verhitte discussie tussen hem en een Chinese bestuurder gade sla, die blijkbaar geen zin heeft om parkeergeld te betalen. Maar ja, draaien behoort niet meer tot de mogelijkheden, aangezien er ondertussen al een rij andere auto's achter hem staat. Nadat we nog een filmpje hebben opgenomen voor het NAK-lustrum (welbekend voor de insiders onder ons), besluiten we om weer naar de stad af te dalen. We negeren nogmaals de bedelaars en t-shirtverkopers en onderaan de heuvel hoeven we niet lang te zoeken naar de bus, want die komt aangereden met de conducteur half uit de deur gehangen. Toeristen kunnen natuurlijk ook maar een enkele kant op, terug naar de stad.
De busrit terug is vermakelijk, vooral als er een oud Chinees dametje instapt met een Nokia-tas, die blijkbaar naar het ziekenhuis moet. Het ielige mensje komt naast me zitten en nadat ze op een paar knoppen van een speelgoedmobieltje heeft gedrukt, die de bekende sirenes en andere gierende tonen voortbrengt, begint ze een verwoed gesprek. De andere passagiers zitten verbaast toe te kijken en als ik op haar tas wijs en zeg "new Nokia", zit iedereen te lachen. Als we in het centrum samen met haar uitstappen en ze vervolgens een beetje verdwaast rond staat te kijken, vragen we ons af of het allemaal wel goed zal gaan met het mensje. Maar ja, wat kunnen wij doen?
Op de hotelkamer besluiten we nu definitief om zo snel mogelijk dit rattenhol te ontvluchten. Ook onze buurman draagt hieraan bij. Vanaf het moment dat we bovenkwamen, stond zijn deur open, hing hij wat op bed rond en deed volgens ons verder niks. Als je bij hem in de buurt komt, loop je tegen een muur van stank aan, zo dik, dat je je fiets er tegen kan parkeren. Toch gebruikt hij de douche ook wel eens, want Pam betrapte hem, wederom met open deur, in zijn zwembroek onder de straal. Misschien is hij bang dat hij de deur niet meer open kan krijgen. Eigenlijk verbaast me dit niks, want volgens mij zit hij in één lange trip van geestverruimende middelen, dat hij geen idee heeft hoe hij die weer open moet krijgen. Nog een laatste diner aan de straat bij een van de lokale afhaalchinezen (snel met tafel en al verhuisd, want het begon te regenen) en onze laatste nacht in Hotel Depri is een feit.
Lees ook deel 3 van dit verslag »